Gerelateerde onderwerpen
amyotrofische laterale sclerose (ALS) | epilepsie | Guillain-Barré |
hernia nucleus pulposus (HNP) | insulten | myasthenia gravis |
neuromusculaire transmissiestoringen | perifere neuropathie |
plexusafwijkingen| spinale musculaire atrofie | thoracic outlet syndrome (TOS) | zenuwwortelafwijkingen (radiculopathiën)
Inleiding
Aandoeningen van de brachiale of lumbosacrale plexus veroorzaken een pijnlijke gemengde sensorimotorische aandoening van het corresponderende ledemaat.
Omdat verschillende zenuwwortels zich binnen de plexus ineenvlechten, past het symptomenpatroon niet bij de distributie van individuele wortels of zenuwen. Aandoeningen van de rostrale brachiale plexus treffen de schouders, die van de brachiale plexus treffen handen, en die van de lumbosacrale plexus treffen de benen. Plexusaandoeningen (plexopathieën) zijn meestal het gevolg van fysieke compressie of letsel. Bij kinderen kan tractie tijdens de geboorte plexopathie veroorzaken. Bij volwassenen is de oorzaak meestal trauma (voor de brachiale plexus meestal een val die het hoofd wegdwingt van de schouder) of invasie door metastatische kanker (meestal borst- of longkanker voor de brachiale plexus en intestinale- of GU-tumoren voor de lumbosacrale plexus). Bij patiënten die anticoagulantia gebruiken, kan een hematoom de lumbosacrale plexus samendrukken. Neurofibromatose involves af en toe een plexus. Andere oorzaken omvatten post-radiatie fibrose (bijv. na radiatietherapie voor borstkanker) en diabetes.
Acute braciale neuritis (neuralgische amyotrofie, het syndroom van Parsonage-Turner)komt vooral voor bij mannen en meestal bij jongvolwassenen, hoewel het kan optreden op elke leeftijd. De oorzaak is onbekend, maar virale of immunologische inflammatoire processen worden verdacht.
Symptomen
De manifestaties omvatten pijn aan de extremiteiten en motorische of sensorische tekorten die niet corresponderen met een geïsoleerde zenuwwortel of perifere zenuw. Voor acute brachiale neuritis omvatten de symptomen ernstige supraclaviculaire pijn, zwakheid, en verminderde reflexen, met kleine sensorische afwijkingen in de distributie van de brachiale plexus. Meestal ontwikkelt zich zwakheid, en verminderen de reflexen als de pijn verdwijnt. Ernstige zwakheid ontwikkelt zich binnen 3 tot 10 dagen, en neemt dan meestal af gedurende de volgende maanden. De spieren die het meest vaak worden aangedaan zijn de serratus anterior (wat winging van de scapula veroorzaakt), andere spieren die geïnnerveerd worden door de bovenste romp, en spieren die geïnnerveerd worden door de nervus anterior interosseus (in de onderarm—het kan zo zijn dat patiënten geen o kunnen maken met de duim en wijsvinger).
Diagnose
De diagnose wordt gesuggereerd door klinische bevindingen. Elektromyografie en somatosensorisch opgewekte potentialen dienen te worden gedaan of de anatomische distributie te verhelderen (waaronder mogelijke betrokkenheid van de zenuwwortel). MRI van de juiste plexus en aangrenzende wervelkolom is geïndiceerd voor alle non-traumatische plexopathieën die niet een typisch geval zijn van brachiale neuritis.
Behandeling
De behandeling is gericht op de oorzaak. Corticosteroïden, hoewel meestal voorgeschreven, hebben geen bewezen nut. Chirurgie kan geïndiceerd zijn voor letsels, hematomen, en benigne of metastatische tumoren. Metastasen dienen ook behandeld te worden met radiatietherapie, chemotherapie, of beide. Glycemische controle kan helpen bij patiënten met diabetische plexopathie.
Bron
- M. Donaghy. Brain's Diseases of the Nervous System. 12th edition. Oxford University Press (USA).
- J. Biller. Practical Neurology. 3rd edition 2008. Lippincott Williams & Wilkins.
- C. Clarke, R. Howard, M. Rossor, S.D. Shorvon. Neurology: A Queen Square Handbook. 1st edition 2009. Wiley-Blackwell.